|
||||||||
De gedachte om een solo album te maken speelde al lang door het hoofd van drummer Joost Lijbaart, maar door de vele optredens, in 2019 een kleine 100 (!), kwam het er niet van. Joost werkt al jaren samen met Yuri Honing, maar ook als duo met Wolfert Brederode, in een trio met Bram Stadhouders en Sanne Ramblas en onder zijn eigen naam maakte hij albums met “Group of Friends, “Eat Time en “Batik”. Door de corona maatregels was er geen sprake meer van optredens, samen spelen, aan alles kwam een eind, dus was er eindelijk tijd en ruimte om zijn oude droom waar te maken. Al in 2014 had hij hiertoe de eerste stappen gezet, drummers als Max Roach (Solo’s) en Art Blakey (Drum Suite) maakte al eerder solo albums, maar Joost gebruikt niet alleen het drumstel, hij maakt gebruik van gongs, cymbalen, bellen, allerlei handpercussie instrumenten, Glockenspiel, balafoon, vibrafoon, odaiko drums, shaman drums, fluit en harmonium, in wezen een compleet orkest. Door alle ervaring die hij in de loop der jaren heeft opgedaan met optredens over de hele wereld weet Joost met eerder genoemd instrumentarium bijzonder sfeerrijke muziek te creëren. Zo horen we Aziatische sferen in het nummer “Saman” en Afrikaanse ritmen in “Niaga” een dorpje in Senegal waar hij in 1988 een maand vertoefde teneinde les te krijgen van percussionist Aly N’Diaye Rose, met hem trommelde hij iedere dag 4 uur op de djembé en de sabar (met dank aan het interview van Angelique van Os met Joost in Jazzism). Ook het nummer “Half Moon” ademt West-Afrikaanse sferen uit. Opvallend is het melodieuze klankbeeld dat Joost weet te schetsen met bijna alleen maar ritme instrumenten, de aanwezigheid van een harmonium zorgt voor een vorm van spiritualiteit, het instrument doet op de een of andere manier toch altijd denken aan de kerk. Aanvankelijk was ik nogal sceptisch over dit album, een solo album van een drummer, De hoes leerde al dat het veel meer instrumenten betrof en bij beluistering was het snel gedaan met mijn vooringenomenheid, al vanaf het eerste nummer raak je bevangen door de bijzondere sfeer die dit album uitstraalt, inderdaad “Free”. Opmerkelijk is ook dat de muziek ook een sterke beeldende kwaliteit bezit, in plaats van de inmiddels wel erg herkenbare muziek van Ascenseur pour l’échafaud van Miles zou de muziek van Free uitstekend gebruikt kunnen worden bij documentaires , natuurfilms etc. Het plechtstatige “Corona Spiritual” met gedragen harmonium klanken verklankt perfect de heersende gevoelens in deze tijden van pandemie. Er zijn nauwelijks positieve zaken veroorzaakt door de corona crisis, misschien dat dit album er ooit zou komen maar het is er mede door covid 19 nu al en dat is een opsteker. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||